Vader Abraham - Sjaan je moet vanavond maar niet wachten

Een ^Gkoperen bierpomp en een ^Cboerenblaaskapel, ^Dvers gespoelde glazen en achter de bar staat blonde ^GNel. ^GOpa is aan het dansen met de ^Ckeu van het biljart, hij ^Dstaat erbij te zingen, 't lijkt een auto die niet ^Gstart.

Daar ^Dzit ik midden tussenin met een ^Gfeestneus en een pruik, ik ^Dheb zo'n raar gevoel dat ik weer ^Gin een feessie duik. De ^Gwereld lijkt hier in ’t café, een ^Cgrote toverbal, ^Dmaar hoe kan het anders, want het is weer carna^Gval.

^GSjaan, je moet van^Cavond maar niet ^Gwachten, ^Gga maar lekker slapen want de nacht is nog zo ^Dvroeg. ^GSjaan, dit worden ^Chele lange ^Gnachten en ^Gals je me gaat zoeken, nou, dan ^Dzit ik in de ^Gkroeg.

^GSjaan, ja, dat moet ^Cjij me maar ver^Ggeven: ik ^Gzit hier op de flipperkast, mijn oogjes worden ^Dklein. ^GSjaan, en ook mijn ^Cbenen gaan al ^Gzweven, ^Gmaar ik geef de autosleutel ^Daan de kaste^Glein.

Er ^Gklinken gouden klanken uit een ^Ckoperen harmonie: ^DMien, Waar Is Mijn Feestneus, ja, dat is hun melo^Gdie. ^GOma imiteert Madonna ^Cboven op de toog, ^Dtwee verklede nonnen zingen: “Ober, we staan ^Gdroog”.

Er ^Dis zo veel te grazen, ik zit ^Gop een goeie wei. Kijk, ^Ddaar komen dansmariekes ^Gin een lange rij. En die ^Glange met die bolhoed ^Cen die grijze sik, ^Dloopt al uren mee te hossen, ja, die gek ben ^Gik. ^G

^GSjaan, je moet van^Cavond maar niet ^Gwachten, ^Gga maar lekker slapen want de nacht is nog zo ^Dvroeg. ^GSjaan, dit worden ^Chele lange ^Gnachten en ^Gals je me gaat zoeken, nou, dan ^Dzit ik in de ^Gkroeg.

^GSjaan, ja, dat moet ^Cjij me maar ver^Ggeven: ik ^Gzit hier op de flipperkast, mijn oogjes worden ^Dklein. ^GSjaan, en ook mijn ^Cbenen gaan al ^Gzweven, je ^Ghoeft niet ongerust te zijn, ^Gslaap maar fijn, ^Gwant ik geef de autosleutel ^Daan de kaste^Glein, ^Gwant ik geef de autosleutel ^Daan de kaste^Glein. ^{G G G G}