Rob de Nijs - Het dorp

^GThuis heb ik nog een ansicht^Emkaart, waarop een kerk een kar met ^Gpaard Een slagerij J. ^Emvan der Ven ^Am7Een kroeg, een juffrouw op de ^Dfiets, 't zegt u hoogstwaarschijnlijk niets Maar 't is waar ik geboren ^Gben

Dit dorp, ik weet nog hoe het ^Emwas, de boerenkinderen in de klas Een kar die ratelt op de ^Bmkeien ^CHet raadhuis met 'n pomp er^Dvoor, een zandweg tussen koren door Het vee, de boerde^Grijen

En ^Clangs, ^Dhet tuinpad van m'n ^Bmvader Zag ^Am7ik, de ^Dhoge bomen ^Gstaan ^CIk was een kind en wist niet ^Bm7beter ^Am7Dan dat 't ^Dnooit voorbij ^Gzou gaan

Wat leefden ze eenvoudig ^Emtoen, in simpele huizen tussen ^Ggroen Met boerenbloemen en ^Em'n heg ^AmMaar blijkbaar leefden ze ver^Dkeerd, het dorp is gemoderniseerd En nou zijn ze op de goeie ^Gweg

Want ziet, hoe rijk het leven ^Emis, ze zien de televisiequiz En wonen in betonnen ^Bm7dozen ^CMet flink veel glas, dan kun je ^Dzien, hoe of het bankstel staat bij Mien En d'r dressoir met ^Gplastic rozen Woh' woh'!

En ^Clangs, ^D het tuinpad van ^Bm7m'n vader Zag ^Am7ik, de ^Dhoge bomen ^Gstaan ^CIk was een kind en wist niet ^Bm7beter ^Am7Dan dat 't ^Dnooit voorbij ^Gzou gaan ^D#

^G#De dorpsjeugd klit wat bij el^Fmkaar, in minirok en Beatle-haar ^G# En joelt wat mee met beat^Fmmuziek guh ^A#mIk weet wel, 't is hun goeie ^D#recht, de nieuwe tijd, net wat u zegt Maar 't maakt me wat melan^G#choliek

Ik heb hun vaders nog ge^Fmkend, ze kochten zoethout voor een cent Ik zag hun moeders touwtje^Cmspringen ^C#Dat dorp van toen, het is voor^D#bij, dit is al wat bleef voor mij 'n Ansicht en ^G#herinneringen

Toen ik ^C#langs, ^D#het tuinpad, van m'n ^Cmvader De ^A#m7hoge ^D#bomen nog zag ^G#staan ^C#Ik was een kind, hoe kon ik ^Cmweten? ^C#m7 Dat, dat voor^D#goed, voorbij ^G#zou gaan