^DTring, tring, daar ^Ggaat de bel, ^Aja, ja, ik ^Dhoor hem wel. ^BmTring, tring, ^Emkom er in, ^Awelkom in mijn ^Dhuis.

^DDit is de kamer met de ^Gbank erin, ^Ahier heb ik het ^Dnaar mijn zin. ^BmKijk, dit ^Emis mijn huis, ^Ahier voel ik me ^Dthuis. ^DDit is de keuken met de ^Gtafel erin, ^Ahier eten wij met het ^Dhele gezin. ^BmKijk, dit ^Emis mijn huis, ^Ahier voel ik me ^Dthuis.

^DTring, tring, daar ^Ggaat de bel, ^Aja, ja, ik ^Dhoor hem wel. ^BmTring, tring, ^Emkom er in, ^Awelkom in mijn ^Dhuis.

^DDit is de douche en ^Gdat is het bad, ^Ahier word je ^Dlekker nat. ^BmKijk, dit ^Emis mijn huis, ^Ahier voel ik me ^Dthuis. ^DDit is mijn kamer met mijn ^Gbed erin, ^Ahier liggen ook mijn ^Dknuffels in. ^BmKijk, dit ^Emis mijn huis, ^Ahier voel ik me ^Dthuis.

^DTring, tring, daar ^Ggaat de bel, ^Aja, ja, ik ^Dhoor hem wel. ^BmTring, tring, ^Emkom er in, ^Awelkom in mijn ^Dhuis.

^DTring, tring, daar ^Ggaat de bel, ^Aja, ja, ik ^Dhoor hem wel. ^BmTring, tring, ^Emkom er in, ^Awelkom in mijn ^Dhuis.

^ADit zijn mijn blokken en ^Adat is de klei, die ^Apuzzel en die pop zijn ^Aook van mij. ^AAls we klaar zijn ^Adoen we straks ^Aalles weer in de ...

N.C.

speelgoedkast.

^DTring, tring, daar ^Ggaat de bel, ^Aja, ja, ik ^Dhoor hem wel. ^BmTring, tring, ^Emkom er in, ^Awelkom in mijn ^Dhuis.

^DTring, tring, daar ^Ggaat de bel, ^Aja, ja, ik ^Dhoor hem wel. ^BmTring, tring, ^Emkom er in, ^Awelkom in mijn ^Dhuis.