Misc Children - De kippetjes van de koning

Oh, de ^Gkippetjes van de koning zijn zo ^Cakelig koket. ^C#dim7Altijd ^Gringetjes aan hun tenen en een ^Cstrik op hun korset. Altijd ^Gbelletjes in hun oren en een ^Conderjurk van kant Altijd ^D7dribbelen voor de ^Gspiegel altijd ^Ameven ^D7ele^Ggant ^C#dim7Altijd ^G7eten ze kom^Ckommer^C#dim7sla en ^G7wormen met a^Czijn Dat is ^G7enkel en uit^Csluitend en alleen, uit^Amsluitend en al^D7leen maar voor de ^Glijn! En dan ^Ghebben ze zulke mooie rose ^Clakens in hun bed Oh, de ^Fkippetjes ^Gvan de ^Amkoning zijn zo ^Fwuft en ^Gzo ko^Cket.

Oh, de ^Gkippetjes van de koning zijn zo ^Cweinig serieus. ^C#dim7Altijd ^Gpoetsen zij hun veren, altijd ^Cpoeieren zij hun neus. Kijk ze ^Gdansen met hun zevenen de ^Chollekie-pollekie-dans met een ^D7hollekie-pollekie-^Gbuiging, op z’n ^Amhollekie-^D7pollekie ^GFrans? ^C#dim7Oh, wat ^G7maken zij een ^Cbonje ^C#dim7in het ^G7koninklijk kippen^Chok, alles ^G7ruikt naar ‘oode^Cklonje’ en ze ^Amwillen ^D7nooit op ^Gstok. Als er ^Géén een eitje legt, dan wordt het ^Cdadelijk een kneus. Oh, de ^Fkippetjes ^Gvan de ^Amkoning zijn zo ^Fweinig ^Gseri^Ceus.

Maar het ^Fhoen van de koster staat a^Fpart, boem-boem, en dat ^Ghoen is altijd in het ^Czwart, boem-boem. En ze ^F7heeft het altijd over ^Bbboetedoen, oh, wat ^Csomber, oh, wat somber is dat ^Fhoen. Zusters, ^Czegt zij, jullie ^Dm7leven ^Gte mon^Cdain, jullie ^Ghoren braaf en nederig te ^Czijn. Alle ^E7kippen staan dan met het hoofd ge^Ambogen, alle ^D7kippen hebben tranen in de ^Gogen. Maar wan^Gneer dat hoen dan ^Gdim7eindelijk ver^G7trekt, boem-boem, dan on^Gmiddellijk en dadelijk en di^Grect ...

gaan de ^Gkippetjes van de koning weer ge^Cnoeglijk aan de zwier ^C#dim7en ze ^Gdrinken kippetjes cola en ze ^Cdrinken kippetjesbier. En ze ^Gdansen met hun zevenen de ^Chollekie-pollekie dans met een ^Fhollekie-^G7pollekie-^Ambuiging op z’n ^Fhollekie-^G7pollekie-^CFrans.