Autoscroll
1 Column 
Text size
Transpose 0
Capo: 3 Tuning: E A D G B E
https://www.youtube.com/watch?v=npqmYtcq8iY Very old song about woman who wanted a job on a boat (or in the army: Jeanne d'Arc). In this case she couln't handle the job, recieved a heavy punish (lashes on the bare torso) and so the captain discovers that she is a woman. Little captains came later. Een zeer oud liedje over vrouwen die werk zoeken op een boot (of in het leger: Jeanne d'Arc). In dit geval kon ze de job niet goed aan en kreeg een zware straf: zweepslagen op het onblote bovenlijf. Op die manier ontdekt de kapitein dat ze een vrouw is ... kleine kapiteintjes kwamen iets later ... I did found very old lyrics and give them after the song. Ik vind ook zeer oude originele tekst en geef hem onder het lied. Strofe 4 en 5 worden ook dikwijls in omgekeerde volgorde gezongen. [Intro] A A D D [Verse 1]
DDaar was Dlaatst een Dmeisje Dloos, Ddie wou gaan Avaren, Adie wou gaan Dvaren; Ddaar was Dlaatst een Dmeisje Dloos, Ddie wou gaan Avaren als AlichtmaDtroos.
[Verse 2]
DZij moest Dklimmen Din de Dmast, Dmaken de Azeilen, Amaken de Dzeilen; Dzij moest Dklimmen Din de Dmast, Dmaken de Azeilen met Atouwtjes Dvast.
[Verse 3]
DMaar door Dstorm en DtegenDweer Dsloegen de Azeilen, Asloegen de Dzeilen; Dmaar door Dstorm en DtegenDweer Dsloegen de Azeilen van Abovenaf Dneer.
[Verse 4]
DZij moest Dkomen Din de kaDjuit, Dkreeg een pak Aransel, Akreeg een pak Dransel; Dzij moest Dkomen Din de kaDjuit, Dkreeg een pak Aransel en Atoen kwam het Duit.
[Verse 5]
DAch, kapDteintje, Dsla mij Dniet, Dik ben uw Aliefste, Aik ben uw Dliefste; Dach, kapDteintje, Dsla mij Dniet, Dik ben uw Aliefste zoAals u Dziet.
[Outro] A A D D [Additional Lyrics] Daar was laatst een meisje loos Die wou gaan varen, die wou gaan varen, Daar was laatst een meisje loos Die wou gaan varen voor zeematroos. Zij nam dienst voor zeven jaar Omdat zij vreesde, omdat zij vreesde, Zij nam dienst voor zeven jaar Omdat zij vreesde voor geen gevaar. Zij nam mee haar kist aan boord Gelijk ook een jongen, gelijk ook een jongen, Zij nam mee haar kist aan boord Gelijk ook een jonge matroos behoort. Zij moest klimmen in de mast, Maken de zeilen, maken de zeilen, Zij moest klimmen in de mast, Maken de zeilen met touwtjes vast. Maar bij storm en tegenweer Sloegen de zeilen, sloegen de zeilen, Maar bij storm en tegenweer Sloegen de zeilen van boven neer. Zij moest komen in de kajuit Voor een pak ransel, voor een pak ransel, Zij moest komen in de kajuit Trekken de bovenkleren uit. Zij sprak: Kapteintje, sla mij niet, Ik ben een meisje, ik ben een meisje. Zij sprak: Kapteintje, sla mij niet, Ik ben een meisje, zoals gij ziet. Eer het schip nog was aan wal Had ze een jonge, had ze een jonge, Eer het schip nog was aan wal Had ze een jonge matroosje al. Zij sprak: Moeder wees niet boos, Ik was gaan varen, ik was gaan varen, Zij sprak: Moeder wees niet boos, Ik was gaan varen als zeematroos. Van een die mij oprecht bemint Heb ik dit leven, heb ik dit leven, Van een die mij oprecht bemint Heb ik dit allerliefste kind. Maar eer het weder Pinkster is Word ik zijn vrouwtje, word ik zijn vrouwtje, Eer het weder Pinkster is Word ik zijn vrouwtje, ja, gewis.