Misc Children - 17 sinterklaasliedjes

^C daar wordt aan de deur geklopt, ^G7 hard geklopt,^C zacht geklopt ^C daar wordt aan de deur geklopt, ^G7 wie zou dat ^C zijn ^G7 wees maar ge-^C rust mijn kind, ^G7 ik ben een ^C goede vrind ^C ook al ben ik^Am zwart als roet, ^F meen het ^G7 wel ^C goed

^C dag sinterklaasje, ^F daag, ^C daag, ^Dm daag, ^C daag ^D zwarte ^G piet ^C dag sinterklaasje, ^F daag, ^C daag, ^Dm luister^C naar ons ^G welkoms-^C lied ^G afscheids-^C lied

de ^G zak van sinter-^C klaas, sinter- ^F klaas,^G sinter-^C klaas de ^G zak van sinter- ^C klaas, G7 n C o jongens, jongens 't is zo'n baas daar ^G7 stopt hij, daar ^C stopt hij, daar ^Dm stopt hij^G blij van ^C zin de ^G7 hele, de ^C hele, de ^Dsus2 hele ^D wereld^G in de ^G zak van sinter- ^C klaas, sinter- ^F klaas,^G sinter- ^C klaas de ^G zak van sinter- ^C klaas, o jongens, ^G7 jongens 't is zo'n ^C baas hij ^G is voor groot en ^C klein, groot en ^F klein, ^G groot en ^C klein hij ^G is voor groot en ^C klein, voorzien, voor- ^G7 zien van marse- ^C pein en ^G7 bergen en ^C bergen en ^Dm bergen ^G suiker- ^C goed zo ^G7 lekker, zo ^C lekker zo ^Dsus2 lekker ^D en zo ^G zoet hij ^G is voor groot en ^C klein, groot en ^F klein, ^G groot en ^C klein hij ^G is voor groot en ^C klein, voorzien, voor-^G7 zien van marse-^C pein de ^G zak van sinter-^C klaas, sinter- ^F klaas,^G sinter-^C klaas de ^G zak van sinter- ^C klaas, G7 n C o jongens, jongens 't is zo'n baas daar ^G7 stopt hij, daar ^C stopt hij, daar ^Dm stopt hij^G blij van ^C zin de ^G7 hele, de ^C hele, de ^Dsus2 hele ^D wereld^G in de ^G zak van sinter- ^C klaas, sinter- ^F klaas,^G sinter- ^C klaas de ^G zak van sinter- ^C klaas, o jongens, ^G7 jongens 't is zo'n ^C baas

hij ^C komt, hij^Am komt die ^F lieve goede^C sint mijn^G7 beste vriend uw^C beste vriend, een ^F vriend van^G ieder^C kind mijn^C hartje^Am klopt, mijn ^F hartje klopt zo^C blij wat^G7 brengt hij mij wat^C brengt hij u, wat ^F brengt hij ^G u en ^C mij wie^G7 zoet was: koek, wie stout was krijgt de roe hij ^C komt, hij^Am komt die ^F lieve goede^C sint mijn^G7 beste vriend uw^C beste vriend, een ^F vriend van^G ieder^C kind

hoor de ^C wind waait door de^Am bomen hier in ^F huis daar^G waait de^C wind zou de ^C goede sint wel^Am komen als hij het^F weer zo^G lelijk^C vindt als hij het ^F weer zo^G lelijk^C vindt ja hij^E7 komt in donkere^Am nachten op zijn^D paardje o zo^G snel als hij ^C wist hoe we 'm ver^Am- wachten oh dan^F kwam hij^G zeker^C wel oh dan^F kwam hij ^G zeker ^C wel

hoor wie ^C klopt daar kinderen, hoor wie klopt daar kinderen hoor wie ^G7 tikt daar zachtjes tegen 't^C raam 't is een ^C vreemd'ling zeker, die verdwaalt is zeker 'k zal eens ^G7 even vragen naar zij^Cn naam sint ^F nicolaas – sin^Ct nicolaas, bren^G7g ons vanavond ee^Cn bezoek en ^F strooi dan wat ^C lekkers, in^G7 een of and'r^Ce hoek

^C hop, hop^Am, hop we ^F zitten^G nu recht-^C op ^G7 sinterklaas die^C komt uit spanje ^G7 hij brengt appels^C van oranje ^C altijd in ga-^Am lop ^F hop, hop, ^G hop, hop,^C hop ^C hop, hop,^Am hop ^F paardje ^G in gal-^C op ^G7 en die beste^C sinterklaas die ^G7 brengt ons heel veel^C speculaas ^C altijd in ga- ^Am lop ^F hop, hop,^G hop, hop^C, hop

^C oh kom er eens kijken, wat ik ^G7 in mijn ^C schoentjes^G7 vind ^C Alles ge-^Am kregen ^F van die^G7 beste^C sint een ^G7 pop met vlechtjes^C in het haar, een ^G7 snoezig jurkje ^C kant en klaar drie ^F kaatseballen ^C in een net, een ^Am letter van ban-^G7 ket ^C oh kom er eens kijken, wat ik ^G7 in mijn ^C schoentjes^G7 vind ^C Alles ge-^Am kregen ^F van die^G7 beste ^C sint ^C oh kom er eens kijken, wat ik ^G7 in mijn ^C schoentjes^G7 vind ^C Alles ge^Am- kregen ^F van die^G7 beste^C sint een^G7 bromtol met een^C zweep erbij, een^G7 doos met blokken^C ook voor mij en^F schaatsen en een^C nieuwe pet, een ^Am letter van ban^G7- ket ^C oh kom er eens kijken, wat ik^G7 in mijn ^C schoentjes^G7 vind ^C Alles g^Ame- kregen ^F van die^G7 beste^C sint

^C sinterklaas di^G7e goede heer komt hier alle ^C jaren weer uit het land van^G7 Span-^C je dan brengt^Am hij ons^D7 lekk're^G koek ^C speelgoed^Am en een^D7 prenten-^G boek ^C appeltjes^G7 van o-^C ranje ^C pieter knecht zo^G7 zwart als roet die het speelgoed ^C dragen moet kijkt door 't venster-^G7 glaas- ^C je als alle^Am mannen^D7 groot en^G klein ^C goed en^Am wel naar^D7 bed toe^G zijn ^C roept hij sinter-^G7 klaas-^C je ^C alle schoentjes^G7 staan al klaar keurig netjes ^C naast elkaar met een aardig^G7 brief- ^C je ^C daar leest^Am sinter-^D7 klaas dan^G in ^C wat er^Am juist is^D7 naar hun ^C zin ^C van zijn harte-^G7 dief- ^C je

^C sinterklaas is jarig 'k ^F zet m'n schoentje ^C klaar ^G7 'licht dat hij hem ^C vol doet ^D7 met ja wist ik het ^G maar ^C ook leg ik wat^G7 haver en wat ^G hooi voor 't paard want dat trouwe^F beestje ^G7 is dat heus wel ^C waard ^C als de meisjes slapen ^F komt de goede ^C sint ^G7 die van alle ^C kind'ren ^D7 ons het meest be-^G mint ^C paardje zwaar be-^G7 laden trekt hij met zich ^C voort en zijn knecht ver- ^F telt hem ^G7 wat hij heeft ge-^C hoord ^C sinterklaas is jarig 'k ^Fzet m'n schoentje^C klaar ^G7 'licht dat hij hem^C vol doet ^D7 met ja wist ik het^G maar ^C ook leg ik wat^G7 haver en wat^G hooi voor 't paard want dat trouwe ^F beestje ^G7 is dat heus wel^C waard

^C Sinter- ^F klaasje ^C bonne bonne bonne bonne ^C Gooi wat^F in mijn^C regen regen tonne ^G7 Gooi wat in mijn laarjes ^F Dank u sinter-^G klaas^C- je ^C Sinter-^F klaasje^C bonne bonne bonne bonne ^C Gooi wat^F in mijn^C regen regen tonne ^G7 Gooi wat in de huizen we zullen ^F grabbelen als^G mui- ^C zen

^C sinter-^G7 klaasje kom maar^Am binnen met je^Em knecht want ^F we zitten^G allemaal^C even ^G recht Mis- ^G7 schien heeft u wel^C even tijd voor- ^G7 dat u weer naar^C Spanje rijd ^C sinter-^G7 klaasje kom maar^Am even bij on^Ems aan en laat uw ^F paardje maar^G buiten^C staan en we^G7 zingen en we springen en we^C zijn zo blij want er ^F zijn geen ^G stoute ^C kinderen bij en we^G7 zingen en we springen en we^C zijn zo blij want er ^F zijn geen^G stoute^C kinderen bij ^C sinter-^G7 klaasje kom maar^Am binnen met j^Eme knecht want ^F we zitten^G allemaal^C even^G recht Mis- ^G7 schien heeft u wel ^C even tijd voor-^G7 dat u weer naar^C Spanje rijd ^C sinter-^G7 klaasje kom maa^Amr even bij on^Ems aan en laat uw ^F paardje maar^G buiten^C staan

^C Sinter- ^F klaas ka-^C poentje, ^C Gooi wat ^F in mijn^C schoentje ^G7 Gooi wat in mijn laarsje, ^F Dank u sinter-^G klaas-^C je

^C wie komt er alle jaren hierheen uit spanje^G7 varen ^G over de^G7 grote, ^C grote zee ^G sint nico-^G7 laas, hoe-^C zee ^C wie heeft een zak vol koekjes speelgoed en prenten-^G7 boekjes ^G wie brengt de^G7 zak vol ^C lekkers mee ^G sint nico-^G7 laas, hoe-^C zee

zachtjes ^C gaan de paarde-^G7 voetjes trippe trappe trippe ^C trap 't is het^C paard van sinter^G7- klaasje stippe stappe stippe ^C stap Schimmel- ^F tje draagt met ge-^C mak sinter- ^G7 klaasje op he^Amt dak Schimmelt- ^F je draagt met ge^E- mak sinter- ^F klaasje ^G op het^C dak baasje^C zal de weg wel^G7 vinden trippe trappe trippe^C trap in het^C held're maane-^G7 schijntje stippe stappe stippe ^C stap paardje ^F is nog lang niet^C moe maar hij^G7 moet naar bedje^Am toe paardje ^F is nog lang niet^E moe maar hij ^F moet naar^G bedje^C toe hoor de ^C vlugge paarde-^G7 voetjes trippe trappe trippe^C trap in mijn ^C lekk're warme^G7 bedje stippe stappe stippe ^C stap en ik^F droom van sinter-^C klaas en zijn^G7 zwarte piete-^Am baas en ik ^F droom van sinter-^E klaas en zijn ^F zwarte^G piete-^C baas

Zie de^C maan schijnt door de^Am bomen ^F makkers staakt uw^G wild ge-^C raas 't heerlijk^C avondje is ge^Am- komen 't ^F avondje van^G sinter-^C klaas vol ver-^F wachting klopt ons^C hart wie de^G7 koek krijgt, wie de^Am gard ^F vol verwachting klopt ons^E hart wie de^F koek krijgt,^G wie de^C gard op de ^C hoge, hoge^Am daken ^F rijdt de bisschop^G met zijn^C knecht wil je ^C weten lieve^Am kind'ren ^F wat hij tot zijn^G knechtje^C zegt kijk eens ^F even beste^C piet of j'nog ^G7 stoute kind'ren^Am ziet ^F kijk eens even beste^E piet of j'nog ^F stoute ^G kind'ren ^C ziet piet die ^C gluurt door elke^Am schoorsteen ^F en hij noemt de^G goede^C sint die ge- ^C duldig zit te^Am wachten ^F ieder onge-^G hoorzaam^C kind alles ^F ziet die slimme^C piet zich ver-^G7 gissen kan hij^Am niet ^F alles ziet die slimme^E piet zich ver-^F gissen ^G kan hij^C niet

zie ^C ginds komt de^G7 stoomboot uit Spanje weer^C aan hij ^C brengt ons sint^G7 nicolaas ik zie hem al^C staan hoe^G7 huppelt zijn ^C paardje het ^F dek op^F# en ^G neer hoe ^C waaien de^Am wimpels - al^F heen en^G7 al ^C weer zijn^C knecht staat te^G7 lachen en roept ons eens^C toe "^C;wie zoet is k^G7rijgt lekkers wie stout ^Cis de roe" ooh ^G7 lieve sint ^C nicolaas kom ^F ook eens^F# bij ^G mij en^C rij toch niet^Am stilletjes mijn ^F huisje^G7 voor- ^C bij<