Guus Meeuwis - Vertrouwen

Wat ^Gis er aan de hand, je ^Emloopt zo boos te kijken, pro^Ambeert me te ontwijken, je zet me aan de ^Dkant. Ver^Gtel me wat er is, ik ^Emwil geen ruzie krijgen, maar ^Amals je lang blijft zwijgen, dan ^Dgaat het zeker mis.

Want ^Cwat er ook gebeurt en ^Ghoe het ook mag gaan, ik laat je ^Dniet alleen. Want ^Amwat er ook gebeurt, je bent m'n ^C/Dvrouw,^D ik geef om ^Emjou. ^{C/D D}

't I^Gs zonde van de tijd, d^Emie moet je niet besteden aan^Am kleine narigheden, dan krijg je later s^Dpijt. Het ^Gleven is maar kort, wij ^Emmoeten samen leren el^Amkaar te respecteren, op^Ddat het ook wat wordt.

Want ^Cwat er ook gebeurt en ^Ghoe het ook mag gaan, ik ^Dlaat je niet alleen. Want ^Amwat er ook gebeurt, je bent m'n ^C/Dvrouw,^D ik geef om ^Emjou.^D Ik geef om [Interlude] jou.

Je ^Dmmoet om sterk te zijn vertrouwen op el^Bbkaar. en je ^Cmoet als je sterk wilt ^Bbzijn kunnen bouwen op el^Ckaar. Want er ^Fkomt nog een mo^F/Ebment dat het met ^Bb/Dons wat minder ^Bbm/Dbgaat, en dan ^Dmhoop ik dat je ^Dm/C#ons niet aan het ^F/Clot over ^Claat, want ^Bbwat er ook gebeurt, je bent m’n ^Bb/Cvrouw. ^{C D/E E}

Wij ^Akunnen met z'n twee een ^F#mprachtig duo vormen, be^Bmstand tegen de stormen, bestand tegen de ^Ezee. Zo^Aals een schip dat trots te^F#mmidden van orkanen z'n ^Bmeigen weg kan banen, be^Etrouwbaar als een rots.

En ^Dwat er ook gebeurt en ^Ahoe het ook mag gaan, ik laat je ^Eniet alleen, nee, nee, nee, nee, nee, nee. En ^Bmwat er ook gebeurt, je bent m'n ^D/Evrou^Dw, ik geef om ^F#mjou. ^E Ik hou van ^Ajou.