Guus Meeuwis - Sprookje

Ik zou ^Cmet je willen dansen, op een ^Gheel sjiek galabal, met ^Cprinsen en prinsessen, uit het ^Gland van over^Cal. ^C Jij ^Fziet eruit als een ^Ckoningin, in een ^Gcreatie vol met goud en ^Fik, ik draag het ^Cpak, waarin m'n ^Gvader is ge^Ctrouwd. ^C En ik ^Fstel me dat zo voor, we dansen ^Curen aan een stuk En ^Falle sjieke gasten staan ^Cstil bij ons ge^Gluk. 't ^CIs muisstil in de zaal, je hoort ^Galleen maar de muziek. ^CShhhhhhh luister, ze ^Gspelen ons lievelings^Clied. ^C

^Clalala^Glalalala^Amlalalala^Flalala (melodie van 'het is een nacht') ^Clalalalal^Galala^Clala ^C

Zo ^Cvliegt de avond om, de ^Gband speelt nu heel zacht, ik ^Chou je heel goed vast, want het is ^Gbijna midder^Cnacht. ^C Wie ^Fkent er niet het ^Csprookje, van dat ^Gmeisje dat verdween, toen de ^Fklok twaalf keer ^Csloeg, de prins bleef ^Gachter heel al^Cleen. Ik ^Fmoet er niet aan denken dat jij het^Czelfde zou doen en ^Fmij hier zou achterlaten, met al^Cleen een glazen ^Gschoen. ^G Je ^Cvoelt dat ik nerveus wordt, maar heel ^Glief stel jij me gerust: je ^Cwijst naar de klok en ik zie, 't is half ^Geen als jij me ^Ckust.