Guus Meeuwis - Brabant

een ^Gmuts op m’^D/Gn hoofd, m'^C/Gn kraag staat ^D/Gomhoog 't ^Gis hier ijs^Emkoud, maar ge^Clukkig wel ^Ddroog de ^Gdagen zijn ^D/Gkort hier, de ^C/Gnacht begint ^D/Gvroeg de ^Gmensen zijn ^Emstug en d'r ^Cis maar een ^Dkroeg als ik ^Fnaar m'n ho^Ctel loop, na ^Deen donkere ^Gdag dan ^Fvoel ik m'n ^Chuissleutel ^Ddiep in m'n zak

en ik ^Gloop hier al^Dleen in een ^Cte stille ^Gstad ik heb ^Emeigenlijk ^Bmnooit last van ^Cheimwee ge^Dhad maar de ^Gmensen ze ^Dslapen, de ^Cwereld gaat ^Emdicht en dan ^Bmdenk ik aan ^Cbrabant, want ^Ddaar brand nog ^Glicht

ik ^Gmis hier de ^D/Gwarmte van een ^C/Gdorpscaf^D/Ge de ^Gaanspraak van ^Emmensen met ^Ceen zachte ^D'g' ik ^Gmis zelfs 't ^D/Gzeiken op ^C/Galles om ^D/Gniets was ^Gmen maar op ^EmBrabant zo ^Ctrots als een ^Dfries in 't ^Fzuiden vol ^Czon, woon ik ^Dsamen met ^Gjou 't is ^Fdaarom dat ik zo van ^CBrabanders ^Dhou

en ik ^Gloop hier al^Dleen in een ^Cte stille ^Gstad ik heb ^Emeigenlijk ^Bmnooit last van ^Cheimwee ge^Dhad maar de ^Gmensen ze ^Dslapen, de ^Cwereld gaat ^Emdicht en dan ^Bmdenk ik aan ^Cbrabant, want ^Ddaar brand nog ^Glicht